Door de keuzes die jongeren maken, kunnen ze bijdragen aan een duurzamere wereld. Bijvoorbeeld door tweedehands kleding te kopen in plaats van zogenaamde fast fashion. Dat zei modeontwerpster Anita de Groot tegen leerlingen uit vwo-4 van scholengemeenschap Spieringshoek. Zij luisterden op donderdag 9 oktober naar haar verhaal in verband met de Duurzame Mode Week Schiedam. De jongeren maakten vervolgens iets nieuws van een oud T-shirt.
Invloed
De Duurzame Mode Week Schiedam is een initiatief van moderedacteur Tuba Gezer. Om jongeren te laten ontdekken dat zij invloed kunnen uitoefenen, organiseerde Tuba in samenwerking met stichting Code Groen educatie en De Kleine Ambassade een middag over duurzame mode op scholengemeenschap Spieringshoek. Circa 55 leerlingen uit vwo-4 volgden de presentatie en de workshop.
Overproductie
Als gastspreker was Anita de Groot uitgenodigd. Zij heeft een winkel in Schiedam, waar zij haar zelfontworpen duurzame kleding verkoopt. Anita maakt nooit meer dan twee collecties per jaar. Dat aantal is bij modemerk Zara, kampioen snelle mode, twaalf keer zo hoog! Die overproductie is verantwoordelijk voor verspilling van grondstoffen, milieuverontreiniging door het gebruik van allerlei chemicaliën en een enorme berg van textielafval. Deze kleding is dan ook verre van duurzaam. Anita liet een filmpje zien van influencer Sara Dubbeldam. Ze hoopt dat deze kritische modefanaat, die veel op TikTok zit, de jongeren aan het denken zet.
Oud T-shirt
Naast de aanbeveling om kritisch(er) na te denken, kregen de leerlingen ook een doe-opdracht. De meesten hadden hun huiswerk gedaan en een oud t-shirt meegenomen van thuis voor de activiteit die volgde op Anita’s presentatie. “We gaan verder met het idee van hergebruik”, legde gastdocent Lot van de Laar uit. Namens De Kleine Ambassade begeleidde ze met drie collega’s de workshop. De jongeren vormden het meegebrachte kledingstuk om tot een boodschappentas, die ze naar eigen smaak konden versieren of borduren.
Anita hielp degenen die wat extra ondersteuning konden gebruiken bij de naaitechnische kant. Emilia had geen hulp nodig. Zij ging helemaal op in het transformeren van het afgedankte T-shirt. Dat de leerlingen goed hadden geluisterd, bleek uit de kritische vragen die zij stelden. “Waarom is het duurzaam om een goed T-shirt te verknippen tot iets wat we misschien niet gaan gebruiken?” vroeg een leerling aan Tuba. Iemand anders zei: “Ik ben al duurzaam, want ik koop bij outlets en haal eens in de drie à vier maanden iets nieuws – gewoon als ik het nodig heb.”
Tegelijkertijd gaven veel leerlingen aan dat duurzaamheid eigenlijk niet zo speelt in hun dagelijks leven. Een project als de Duurzame Mode Week Schiedam en gastlessen over duurzaamheid zijn daarom onontbeerlijk.